dinsdag, juni 27, 2006

Maastricht stelt verplaatsen koffieshops uit

MAASTRICHT - De gemeenteraad van Maastricht zal dinsdagavond nog geen besluit nemen over het verplaatsen van koffieshops uit het centrum naar de randen van de stad. Burgemeester en wethouders hebben een voorstel daartoe aangehouden, maakten zij maandagavond bekend.

Ook de buurgemeenten Meerssen en Eijsden willen nu meezoeken naar de beste vestigingsplaatsen in de regio voor de wietverkooppunten. Aanvankelijk verzetten beide gemeenten zich tegen vestiging van de shops op hun grondgebied. Nu willen ze toch met elkaar gaan kijken naar goede locaties, ook op eigen grondgebied, aldus een gezamenlijke verklaring.

Het raadsvoorstel van het college van B en W van Maastricht is daarom aangehouden tot uiterlijk dit jaar. Tevens heeft de gemeente maandag in een brief minister Remkes van Binnenlandse Zaken uitgenodigd voor een gesprek. Dat moet gaan over het stevig aanpakken van de illegale wiethandel in de regio.

Daarbij willen de drie gemeenten dat er een regionaal handhavingsreglement komt, dat het eenvoudiger maakt om drugspanden aan te pakken. Nu mag een gemeente slechts ingrijpen op basis van bewezen overlast, en dat is een omslachtige en langdurige procedure. In het nieuwe reglement is het genoeg om canabishandel te bewijzen om een pand te ontruimen.

Aan zo'n nieuwe aanpak met bijbehorend reglement willen de ministers Donner van Justitie en Remkes wel meewerken, mits de drie gemeenten samenwerken bij het zoeken naar vestigingsplaatsen voor koffieshops, aldus de gemeente Maastricht. Het koffieshopbeleid wordt dan regionaal, en niet een louter Maastrichtse aangelegenheid.

B en W spraken maandag over „positieve ontwikkelingen”. Wel moet er nog voor eind dit jaar duidelijkheid zijn over de nieuwe plekken voor de koffieshops.

Maastricht wil de wietshops uit het centrum weg hebben om daarmee de overlast te bestrijden door vooral Belgische en Franse drugstoeristen. De shops moeten daarom zo dicht mogelijk bij de grens komen te liggen. In België bestaat veel verzet tegen de Maastrichtse plannen. De Belgische premier Verhofstadt noemde die onlangs nog onacceptabel.

donderdag, juni 22, 2006

Toch geen meerderheid voor wietproef

DEN HAAG - Maastricht kan voorlopig geen experiment doen waarbij de teelt van wiet onder voorwaarden wordt toegestaan. De veelbesproken proef zal er deze kabinetsperiode ook niet meer komen. Tijdens een overleg in de Tweede Kamer donderdag bleek dat er op dit moment geen meerderheid voor is, omdat de VVD-fractie haar steun introk.

Oppositiepartij PvdA en de regeringspartijen VVD en D66, die samen een meerderheid vormen, maken zich sinds vorig jaar gezamenlijk sterk voor een experiment voor gereguleerde wietteelt om gedoogde coffeeshops te bevoorraden. De fracties willen onderzoeken of dat de overlast en criminaliteit rond softdrugs kan tegengaan. GroenLinks steunt het plan.

Een motie van de PvdA om een en ander mogelijk te maken kon donderdag echter niet meer rekenen op de steun van de VVD. Volgens het liberale Kamerlid Frans Weekers wilde de PvdA er hals over kop een „politiek nummertje” van maken, maar hij voelt er niets voor de kwestie met haastige spoed te regelen. „Want dat is zelden goed”, zei Weekers.

Hij ontkende 180 graden te zijn gedraaid en benadrukte meer tijd te willen uittrekken om geleidelijk te komen tot een stappenplan, waarin het experiment wel een plaats heeft. Weekers had zijn handtekening onder de motie van PvdA'er Nebahat Albayrak en Boris van der Ham van D66 laten verwijderen. Albayrak reageerde teleurgesteld. „De VVD laat het afweten. Door politieke powerplay. Dat is zo ontzettend flauw”, zei ze.

Dreigement
Minister Piet Hein Donner (Justitie) had dinsdag openlijk gesuggereerd dat hij zou opstappen, als de Kamer het experiment zou doorzetten. De motie van de PvdA verzoekt hem het Openbaar Ministerie (OM) op te dragen gedurende de proef af te zien van opsporing en vervolging van telers en handelaren die zich aan de afspraken met de gemeente houden.

Dat betekent een uitbreiding van het huidige gedoogbeleid. Maar volgens Donner gaat hij en niet de Kamer over het vervolgingsbeleid van het OM. „Je huurt een minister van Justitie niet in om de wet te overtreden”, zei de CDA-bewindsman. Het beoogde experiment is volgens hem in strijd met de Nederlandse wet, internationale verdragen en Europees beleid. Albayrak noemde het zeer kwalijk dat Donner had gedreigd met opstappen.

Burgemeester Gerd Leers (CDA) van Maastricht wilde na het debat nog niet veel kwijt, omdat over de verschillende moties pas dinsdag wordt gestemd. Hij stelde wel dat de deur nog steeds op een kier staat. Leers toonde zich bovendien gelukkig dat het onderwerp inmiddels zo prominent op de agenda staat. Hij noemde het positief dat Donner zich bereid toont te werken aan een oplossing. De burgemeester wil zo snel mogelijk gaan experimenteren en constateerde dat de minister een andere prioriteit heeft.

zondag, juni 18, 2006

Kabinet gaat strijd aan met wietteelt

AMSTERDAM - Het kabinet gaat keihard de strijd aan met de illegale wietteelt. Gemeenten moeten daarom een vergunning kunnen eisen van growshops, waar onder meer speciale lampen worden verkocht. Daarnaast wordt bekeken of de kosten van het opdoeken van een illegale wietplantage op de teler verhaald kunnen worden en of de wietplantjes bij ontmanteling ter plekke vernietigd kunnen worden. Dat scheelt in de kosten. Dat schrijven de ministers Donner (Justitie) en Remkes (Binnenlandse Zaken) aan de Tweede Kamer over de 'integrale aanpak van hennepteelt'.

De illegale teelt van de softdrug is beide bewindslieden een doorn in het oog, met name vanwege de problemen die dat met zich meebrengt, zoals brandgevaar, overlast en verloedering van wijken. Het probleem van de growshops is dat ze ook producten verkopen die voor andere zaken dan wietteelt gebruikt kinnen worden. Verbieden kan dus niet, aldus de bewindslieden. Door een vergunningsplicht in te voeren kan in ieder geval bekeken worden of de aanvrager een crimineel verleden heeft. Als dat het geval is, wordt de vergunning geweigerd. Met de vergunningen kan ook de wildgroei aan growshops worden gereguleerd, denken Remkes en Donner, door een maximum te stellen. Ook willen de ministers betere voorlichting gaan geven over bijvoorbeeld het brandgevaar dat de teelt van wiet op een bovenverdieping met zich meebrengt. Ook willen zij dat iedereen weet dat illegale teelt van hennep zelfs tot uitzetting uit iemands woning kan leiden en aanzienlijke boetes.

vrijdag, juni 16, 2006

Ministers eisen vergunningen voor growshops


DEN HAAG - Gemeenten moeten vergunningen gaan eisen van growshops. Door een vergunningsplicht voor deze winkels die spullen voor de wietteelt verkopen, willen de ministers Johan Remkes van Binnenlandse Zaken en Piet Hein Donner van Justitie de illegale hennepteelt aanpakken.

Ministers eisen vergunningen voor growshops

Dat hebben de bewindslieden vrijdag gezegd. Remkes en Donner maken zich zorgen over de illegale wietplantages in Nederland. Volgens de twee zorgen die voor brandgevaar, overlast en verloedering van wijken. Zij noemen growshops „de motor achter illegale wietkwekerij”.

Het is alleen onmogelijk om growshops compleet te verbieden. De spullen die de winkels verkopen, zoals speciale lampen, worden namelijk ook gebruikt door telers van andere gewassen.

Het instellen van een lokale vergunningplicht geeft gemeenten in ieder geval wel de kans om aanvragers te controleren op een eventueel crimineel verleden. „Zo ja, dan wordt de vergunning geweigerd”, aldus Remkes en Donner. Overigens hebben zeven gemeenten op dit moment al een vergunningplicht ingevoerd of gaan zij dat doen.

Volgens de twee bewindslieden moeten steden verder beter gaan samenwerken met politie en justitie, maar ook met energiebedrijven, woningbouwverenigingen, verzekeringsmaatschappijen, de Belastingdienst en uitkeringsinstanties om illegale wietteelt tegen te gaan.

Remkes en Donner hebben daarom een convenant opgesteld dat gemeenten als voorbeeld kunnen gebruiken om deze samenwerking aan te gaan. De ministers onderzoeken daarnaast hoe ontmantelde plantages goedkoper vernietigd kunnen worden. De kosten hiervoor moeten zo veel mogelijk op de eigenaar worden verhaald.