woensdag, februari 16, 2005

Werkstraf voor telen van hennep

15 FEBRUARI 2005 - APELDOORN/ZUTPHEN - De 25 - jarige Harderwijker R. de B. is gisteren voor de rechtbank in Zutphen veroordeeld voor het kweken van hennep in een Apeldoornse flat.

Politierechter Van Harreveld lag hem een werkstraf op van 100 uur, evenals een voorwaardelijke gevangenisstraf van 3 maanden met een proeftijd van 2 jaar.

De B. was begin vorig jaar zonder vast woon- en verblijfplaats nadat zijn bedrijf in Dronten over de kop was gegaan. Hij ontmoette in Amsterdam iemand die hem wel wilde helpen. De B. moest voor deze persoon begin maart vorig jaar een appartement in Apeldoorn huren.

De woning stond weliswaar op zijn naam, maar de De B. woonde er niet. Wel werd hij geacht regelmatig een bezoek te brengen om de hennepplantjes te verzorgen, die in de vijf kamers van het appartement waren opgesteld.

De B. verklaarde gisteren voor de politierechter dat hij zich niet had bemoeid met de aanleg van de plantage. Wel lag er soms wat geld voor hem gereed, als beloning voor de verzorging. Wat De B. ook niet wist, was dat de stroom voor de lampen van de plantage werd afgetapt van het NUON-netwerk. Zonder te betalen dus. De hennepplantage werd eind april vorig jaar ontdekt, nog voor de eerste oogst kon worden binnengehaald. Bijna 1.100 plantjes werden toen in beslag genomen.

Al vond officier van justitie Buttinger dat De B. had kunnen weten dat de elektriciteit illegaal werd betrokken, hij gaf toe dat de stroomdiefstal niet te bewijzen viel. De B. kon ook niet zeggen wie zijn opdrachtgever was of waar die te bereiken is. De hennepteelt achtte Buttinger wel bewezen. ‘U heeft tenslotte de plantjes verzorgd’, aldus de officier. Hij sprak van een ernstige zaak. Juist deze activiteiten leveren drugsbendes geld op voor het opzetten van andere criminele ondernemingen. De officier zei dat een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van 5 maanden onder normale omstandigheden op zijn plaats zou zijn. Maar omdat een dergelijk vergrijp voor De B. de eerste was, beperkte hij zijn eis tot vijf maanden, waarvan twee voorwaardelijk met een proeftijd van twee jaar.

Rechter Van Harreveld besloot uiteindelijk tot deels een werkstraf en een deels voorwaardelijke straf.